Beitelen en beitels: leer de basistechniek in deze KARWEI-klusinstructie. Wanneer gebruik je welk gereedschap, welke technieken zijn er en wat zijn de toepassingen?
Beitelen vraagt om een beheerste doe-het-zelver. Haal liever steeds een klein beetje weg dan in een keer te veel hout.
Zorg voor scherpe beitels en messen. Slijp ze dus regelmatig:
Slijp alleen de schuine kant, de zogenaamde 'vouw'. Let op dat de hoek gelijk blijft. Maak je (schaaf)beitels zo scherp als een scheermes door ze 'na te wetten' op een wetsteen.
Zet het werkstuk altijd vast.
Het verschilt per klus hoe je de beitel vasthoudt. Bij hakken omvat je het handvat met de hele hand. Geef liever wat vaker zachte klapjes met een houten hamer dan een kleiner aantal harde tikken.
Rechtshandige vakmensen houden vaak hun rechterschouder boven de plek waar het hout moet worden weggestoken. Ze drukken met hun schouder op het heft van de beitel. Op die manier is je kracht efficiënter over te brengen. De werkbank mag bij deze werkwijze niet te laag zijn.
Als je de beitel in het hout drijft, druk je aan de schuine beitelkant het meeste hout in. Maar ook de rechte beitelkant drukt het hout iets in. De beitel heeft de neiging schuin onder de lijn te duiken.
Zet de beitel dus niet direct op de juiste plaats op de lijn, maar een fractie ervandaan op het afvalhout. Steek aan de afvalkant materiaal weg. Hiermee voorkom je dat de beitel het werkstuk beschadigt.
Steek de beitel precies langs de afgetekende lijn. Je zet de vouw over zijn volle breedte op het materiaal. Geef met de houten hamer lichte tikken. Steken doe je zoveel mogelijk met de vezelrichting van het hout mee. Houd de beitel ietsje schuin, zoals bij schaven. Als je tegen de draad in werkt, grijpt de beitel onder de vezellagen, waardoor ze afbreken. Daardoor krijgt het hout een ruw oppervlak.
Een kleine hoeveelheid hout haal je niet met de hamer weg. Je houdt de beitel met een hand aan het heft vast en de andere aan het blad. Zo kun je per haal een dun spaantje weg steken.
Hout in een gebogen vorm? Die steek je weg door gaandeweg vanaf de buitenkant steeds kleinere stukjes weg te halen. Je maakt daarbij een draaiende snijbeweging met de beitel voor een mooier vlak.
Bij het maken van inkepingen is het handig eerst het hout tot de gewenste diepte in te zagen. Daarna haal je het tussenliggende hout met de beitel weg.
Na gebruik doe je een plastic beschermkapje over de beitel. Hiermee bescherm je hem tegen vallen en andere mogelijke beschadigingen. Ook voor je eigen veiligheid gebruik je het kapje. Sommige beitels worden geleverd met een plastic kapje. Zo niet, dan kun je iets dergelijks zelf improviseren.