Zelf elektriciteit aanleggen in je huis is niet moeilijk, als je maar goed op let bij elke stap die je doorloopt tijdens het klussen. Wanneer je gaat verbouwen moet je vaak ook de elektra veranderen en opnieuw aansluiten. In dit stappenplan van Karwei lees je alles over hoe je de elektra binnen moet aanleggen.
Leg eerste een centraaldoos aan, als de ruimte deze nog niet heeft. Schroef de centraaldoos tegen de middelste plafondbalk en leg de aanvoerleiding vanuit de groepenkast aan.
Tegenwoordig moeten de elektriciteitsleidingen per vertrek ontspringen vanuit één centraal punt: een centraaldoos.
Maak voordat je begint met het elektriciteit aanleggen, een ontwerp op papier. Waar komen stopcontacten en schakelaars? Hoe lopen de elektriciteitsleidingen? Geef met kleuren aan welke draden door welke leidingen moeten lopen:
- Stopcontact: bruin (stroomaanvoer- of fasedraad), blauw (stroomafvoer- of 0-draad) en eventueel geelgroen (aardedraad)
- Schakelaar: bruin (stroomaanvoer) en zwart (stroomdoorvoer naar de lamp.
Controleer de tekening goed, want later is het niet mogelijk om nog een extra draad door een elektriciteitsleiding te trekken.
Schakel de bewuste stroomgroep uit en controleer met een spanningszoeker of de spanning er inderdaad af is.
Leg het eerste deel van de elektriciteitsleiding aan vanaf de centraaldoos naar de muren. Gebruik een buissok voor het verlengen van rechte stukken buis. Gebruik bochtstukken (900) voor het maken van bochten.
Als het plafond open ligt, leg je eenvoudig de elektra aan van onderaf langs de balken en regels. Wil je het bestaande plafond niet openbreken, dan kun je elektriciteit aanleggen van bovenaf. Haal in de bovenliggende kamer een paar vloerplanken weg en leg de elektriciteitsleidingen over het plafond.
Teken de positie van de elektriciteitsleidingen, de stopcontacten en de schakelaars op de muur af. Laat leidingen verticaal lopen, loodrecht op de stopcontacten of lichtschakelaars. Zo weet je ook later nog waar ze zitten.
Moet een leiding toch een stuk horizontaal door de kamer lopen? Maak dan onder de vloer een dwarsverbinding. Boor gaten door de vloerbalken met behulp van een speedboor. Steek de elektriciteitsleiding daar doorheen en laat hem op de gewenste plek weer uit de vloer omhoog komen.
Plaats stopcontacten op 20 cm hoogte. Zo kun je ze niet kapot stoten tijdens het stofzuigen. Monteer schakelaars op een hoogte van 1 tot 1,20 meter op de wand.
Boor gaten in de muur voor de muurdozen, waarin je later de stopcontacten en schakelaars monteert. Gebruik een dozenboor en controleer of het gat diep genoeg is, zodat de muurdoos niet uitsteekt. Gebruik bij een stenen muur een dozenboor met widia-tanden. Gebruik bij een holle wand, afgewerkt met gipsplaten, een dozenzaag met zaagtanden.
De rand van de muurdoos moet gelijk vallen met de muur. Is het gat iets te diep uitgevallen? Schuif dan een stukje hardboard achter de muurdoos of hoog hem op met opvulringen. Deze zijn los verkrijgbaar bij Karwei.
Hak de sleuven voor de elektriciteitsleidingen. Gebruik een elektrische sleuvenfrees en slijp twee rechte sneden in de muur, waarna je alleen nog maar het tussenstuk los hoeft te tikken met een beitel. Controleer of de sleuf overal diep genoeg is.
Sluit een oude stofzuiger aan op de sleuvenfrees, voor de stof die hierbij vrijkomt. Gebruik ook een veiligheidsbril, werkhandschoenen en een mondkapje.
Zaag de elektriciteitsleidingen met een ijzerzaag op maat en plaats ze in de sleuf. Zet ze tijdelijk vast door op een paar plekken een stalen spijkertje schuin in de muur te slaan. Plaats de muurdozen en klem deze tijdelijk vast met stukjes hout.
Schuif de trekveer door de leiding. Werk van boven naar beneden en begin bij de centraaldoos.
Het is lastig om elektra door flexibele elektriciteitsbuis aan te leggen, want de trekveer blijft snel haken achter de ribbels van de buis. Gebruik daarom zoveel mogelijk gewone elektriciteitsbuis en bijbehorende bochtstukken, zeker als het om lange elektriciteitsleidingen gaat.
Strip met een stiptang 10 cm blank van het uiteinde van een van de draden. Steek dat uiteinde door het oog van de trekveer en buig het om. Strip ook het uiteinde van de andere draden. Buig deze op hun beurt om de draad die al aan de trekveer vast zit. Maak alle draden zo in één lijn achter elkaar vast, zodat er geen prop ontstaat die het trekken van de draden bemoeilijkt.
Trek de draden met twee personen: de een trekt voorzichtig aan de trekveer, de ander voert de draden de buis in.
Maakt de leiding meerdere bochten? Haal de verschillende onderdelen los en trek de draden na elkaar door de afzonderlijke delen heen. Schuif na afloop het geheel weer in elkaar.
Laat de draden ruim uit de muurdoos en de centraaldoos steken en knip ze af. Verwijder aan de uiteinden (in zowel de muurdoos als de centraaldoos) van iedere draad de isolatiemantel over een stuk van 1 cm. Dop de bruine en blauwe draden in de muurdoos af met een lasklem voordat je de draden aan de andere kant van de buis verbindt met de bruine en blauwe draad van de centraaldoos.
Vouw de draden op in de muurdozen en plaats op elke muurdoos een stucdeksel. Vul de sleuf rond de leidingen en de ruimte rond de muurdozen op met dikke stucmortel of snelcement. Stuc de muur nadat de muur droog is.
Maak de muurdozen weer vrij voordat de stucmortel volledig is uitgehard. Zo voorkom je dat de randen afbrokkelen.
Laat het stucwerk goed drogen. Monteer tot slot de stopcontacten en schakelaars.