Grote muurstickers kunnen een kamerwand, deur, meubels of kasten in een keer opfleuren. Sommige muurstickers bestaan uit meerdere delen. KARWEI laat je in dit klusadvies zien hoe je ze netjes op kunt plakken.
Muurstickers zijn alleen geschikt voor vlakke en egale ondergronden.
Maak de ondergrond stof- en vetvrij met een schone doek. Gebruik eventueel wat ammonia. Pas op dat je de ondergrond niet beschadigt. Niet alle behang of verf kan tegen vocht.
Leg de muursticker uit op de grond en meet de totale lengte en breedte van de muursticker op. Vaak staat dit op de verpakking aangegeven. Zet lengte en breedte over op de ondergrond. Controleer zo of de muursticker past en recht komt te zitten. Geef dat aan met een aantal kleine potloodstreepjes.
Begin bij het bovenste deel van de muursticker. Trek het schutpapier voor een klein deel los van de muursticker en plak het eerste stukje recht op de ondergrond.
Haal nooit in een keer het gehele schutpapier weg. De muursticker gaat onherroepelijk aan elkaar kleven en zal scheuren bij het uit elkaar halen.
Het eerste stukje zit recht en vast. Trek nu met je ene hand het schutvel beetje bij beetje los terwijl je met de ander hand het gladstrijkplastic of bankpasje over de muursticker strijkt. Controleer telkens of er geen luchtbelletjes achterblijven. Zo ja, wrijf ze meteen weg.
Ga zo door totdat het eerste deel van de muursticker op de ondergrond zit. Haal weer een klein stukje schutvel van de tweede vervolgsticker los en leg deze tegen de eerste muursticker aan. Als alles klopt, herhaal stap vier.
Je kunt meerdere muurstickers naast elkaar plakken. Door te kiezen voor eenzelfde type of eenzelfde kleur creëer je rust en evenwicht in de ruimte.