Een waterpas en loodrechte basis is het begin van een succesvolle klus. Het meetwerk kost wat tijd, maar die win je dubbel en dwars terug tijdens de verdere uitvoering van de klus.
Zeker bij oudere huizen is vrijwel geen lijn meer recht. Dan is het vaak juist niet raadzaam om geheel uit te gaan van de waterpas. Daarmee accentueer je de scheve lijnen alleen maar meer.
Met een libellenwaterpas controleer je of een lijn perfect horizontaal loopt of loodrecht staat. Horizontaal waterpas stellen: hou de waterpas tegen de muur of op de lat (enz.) die je wilt stellen. Stel hem zodanig dat de luchtbel in de centrale 'libel' midden tussen de lijntjes staat.
Hou de waterpas tegen de muur of op de lat (enz.) die je wilt stellen. Stel hem zodanig dat de luchtbel in de bovenste 'libel' midden tussen de aangegeven lijntjes staat.
Hoe langer de waterpas, hoe nauwkeuriger je kunt meten. Wil je een lange lijn aftekenen? Leg dan een lange (rechte) lat op de waterpas en teken daarlangs af.
Hiermee kun je een horizontale lijn op exact dezelfde hoogte naar een andere plek overbrengen. Dit moet je met twee personen doen. Sluit aan beide uiteinden van een slang een peilbuis aan. Vul het geheel met water en hou de peilbuizen dicht met de duimen. De één houdt zijn peilbuis op de gewenste hoogte. De ander begeeft zich naar de andere kant van de ruimte. Zoek de juiste hoogte tot het water in de pijlbuis op hetzelfde niveau staat als bij de eerste persoon.
Met een slangenwaterpas kunt je ook gerust de hoek om gaan!
Deze waterpas is bedoeld om een lijn op exact dezelfde hoogte over te brengen naar een tegenovergelegen wand. Hou de waterpas op de juiste hoogte tegen de wand. Schakel hem in. Teken de plek af waar het infrarode lichtpuntje op de tegenoverliggende muur verschijnt.
Kijk nooit in de infrarood bundel. Dat kan oogletsel veroorzaken.
Met een schietlood zet je een loodrechte verticale lijn uit op een muur.
Rol het schietlood uit. Hou het touwtje bovenaan vast op de afgetekende plek. Laat het loodje zakken tot net boven de grond. Wacht tot het loodje stilhangt en teken het punt af.
Een slaglijn is een touwtje, voorzien van krijtpoeder. Je gebruikt het voor het aftekenen van een lange rechte lijn tussen de twee en vijf meter. Teken de punten af die je wilt verbinden. Haak het uiteinde van de slaglijn vast aan de rand van de plaat (haakje). Rol de molen af. Druk de draad met je duim stevig op het uiteinde van de plaat. Span het touw zo strak mogelijk.
Trek met duim en wijsvinger het touw iets omhoog en laat het weer los. Als het touw terugveert, laat het krijt een afdruk achter.
Hiermee teken je een waterpaslijn dwars door de ruimte, zodat je weet waar je moet metselen. Plaats aan het begin- en eindpunt een staand profiel (loodrecht). Teken aan beide zijden de hoogte van de lagen af. Span het metseltouw strak tussen deze punten. Meet met de waterpas na of het touw horizontaal loopt. Metsel de eerste laag. Verplaats het metseltouwtje naar de hoogte van de tweede laag en bouw zo verder.
Bevestig het touwtje aan het uiteinde van een haak en haak het daarmee aan het ene profiel vast. Knoop het aan het andere profiel vast met behulp van een slipsteek.