Vliesbehang aanbrengen is een kwestie van lijmen, plakken en klaar ben je met behangen. Je hoeft het behang namelijk niet eerst in te smeren met behanglijm, maar je brengt de lijm gewoon direct aan op de muur. Hoe fijn is dat! Laat het behang 24 uur acclimatiseren voordat je deze aanbrengt om krimpen te voorkomen. Voor een optimaal resultaat dient de temperatuur van de te behangen ruimte tussen de 18-21ºC. Vervolgens kun jij het vliesbehang op de muur plakken. Ontdek hieronder alles over het strak aanbrengen van een vliesbehang.
Houd rekening met snijverlies bij het kopen van het benodigde aantal rollen.
Repareer scheuren en beschadigingen in de wand met muurvuller, zodat kleine oneffenheden verdwijnen en de wand egaal is. Schuur na het drogen de muurvuller goed glad.
Heeft de wand gipsplaten? Vul de naden tussen de gipsplaten met nadenvuller.
Zijn je muren net gestuct en wil je vliesbehang aanbrengen over het stucwerk? Met voorstrijkmiddel voorkom je dat de behanglijm direct in de muur wordt gezogen en de banen niet goed plakken. Verdeel het voorstrijkmiddel goed over de wand met een roller en laat het een nachtje drogen.
Schilder de muur eerst wit als er kleurvlekken op zitten. Zo voorkom je vlekken die later kunnen doorschijnen.
De hoogte van het patroon staat aangegeven op de verpakking. Let ook op dat je rollen vliesbehang met hetzelfde batchnummer koopt, om kleurverschillen te voorkomen.
Deel de hoogte van de muur door de hoogte van het patroon. Rond dit getal naar boven af en vermenigvuldig het met de hoogte van het patroon. Tel hier dan nog een keer de hoogte van het patroon bij op. Dat is de lengte per baan.
Leg de eerste baan uit en kijk waar het patroon aansluit op de 2e baan. Meet vervolgens je banen uit en knip ze op maat. Knip elke baan tien centimeter langer dan de muur hoog is. Daardoor heb je boven en onder wat speling.
Houd er bij de lengte van de banen rekening met de maat van de verspringing. Deze verspringingsmaat van het patroon staat op de rol als dit van toepassing is.
Zet met hulp van een lange waterpas een loodrechte potloodlijn op de muur. Daar komt de eerste baan tegenaan.
Begin je met behangen vanuit een hoek? Teken dan de ‘startlijn’ niet op een baan-breedte af, maar teken deze lijn af op 4-5 cm korter af om een deel van de baan door de hoek te laten lopen.
Gebruik speciale kant en klare vliesbehang lijm. Breng de lijm op de muur aan met een roller. Smeer de behanglijm iets breder dan de breedte van de behangstrook.
Werk bij een muur met een raam altijd van het raam af. Begin bij de lichte kant van de muur: zo vallen de behangnaden het minst op.
Begin bovenaan en hou zo’n vijf centimeter overlap. Plaats de eerste behangbaan recht langs de loodlijn en veeg de baan aan met een behangborstel. Laat bij de hoeken het behang een stukje doorlopen. Druk het behang aan de boven- en onderkant goed aan met de behangspatel. Gebruik een behangliniaal en een scherp stanleymes om de baan op maat te snijden. Houd hierbij het mes zo vlak mogelijk op het behang. Druk de naden met behulp van wat extra lijm aan met een nadenroller.
Werk altijd van het raam af, dan vallen de behangnaden straks het minste op.
Moet je behangen rondom een vensterbank of radiator, plak de baan er dan eerst in zijn geheel overheen en snijd hem daarna stukje voor stukje langs het kozijn af. Probeer niet in één keer de hele baan op maat te snijden.
Heb je een stopcontact of lichtschakelaar? Schakel de elektra uit en haal het afdekplaatje eraf. Hang de behangbaan over het stopcontact en veeg de hoeken goed aan met je behangspatel. Snij na het behangen het overlappende behang over het stopcontact weg met een stanleymes.
Veeg de grotere luchtbellen zoveel mogelijk weg of prik ze door met een stanleymes en wrijf ze glad. Kleine belletjes trekken vanzelf weg. Nat behang is makkelijker te knippen dan te snijden.