Je wilt een gipsplafond maken. Maar hoe ga je te werk? Met gipsplaten maak je een beschadigd plafond weer mooi strak, en je kunt er eenvoudig stijlvolle inbouwspotjes in plaatsen. Lees het Karwei stappenplan hoe je deze klus aanpakt.
Als je het plafond later wilt stucen, kies dan voor stucplaatjes. Deze zijn smaller (40cm) en korter (2m) en daardoor handzamer dan gewone gipsplaten. Je hoeft ze bovendien niet voor te strijken.
Bekijk eerst het ontwerp van het gipsplafond om een goed beeld van de klus te hebben. Bepaal het laagste punt van het plafond. Maak kijkgaten in het oude plafond om te zien waar de plafondbalken en regels lopen. Teken deze op verschillende plaatsen op het bestaande plafond af.
Verwijder een oud rieten plafond bij voorkeur niet. Dat bespaart je een hoop werk. Bovendien heeft een rieten plafond een goede geluidswerende werking. Vanwege het brandgevaar moet je een plafond van zachtboard wel verwijderen.
Teken vanaf het laagste deel van de kamer de gewenste hoogte van het nieuwe plafond. Teken een regeldikte, de dikte van een houten lat (regel), vanaf het plafond gerekend af op de muur. Neem deze streep over op alle muren, met behulp van een infrarood waterpas.
Schroef de latten van het regelwerk dwars op de oude regels in het plafond. De hartafstand tussen de regels moet 30 cm zijn. Als je stucplaten gebruikt houd dan een hartafstand van 40cm aan tussen de regels aan. Controleer regelmatig of de regels op de juiste hoogte zitten. Vul als het nodig is de ruimte tussen regel en plafond op met stukjes hardboard.
Gebruik voor het vaststellen van de juiste regelafstand een smal strookje gipsplaat. Hou dit op het hart van de eerste regel en teken de plek van het hart van de volgende regel op het oude plafond af. Zo maak je geen meetfouten. Aan de muurkant komt de gipsplaat ongeveer 0,5 tot 1cm van de muur, houdt hier rekening met de afstand tot het midden van de volgende regel.
Schroef de gipsplaten tegen het lattenwerk. Hou de platen ongeveer 1 cm vrij van de muur. Gebruik een gipsplaat-bitje, om te voorkomen dat je te diep schroeft.
Bevestig de gipsplaten met z'n tweeën. Terwijl de één de plaat met een paar schroeven vastzet, houdt de ander hem met een stempel tegen het plafond gedrukt. Stempels kan je huren, maar ook zelf maken met een paar lange latten.
Zaag gipsplaten op maat. Snij, schaaf of rasp aan de gesneden kopse randen en of gesneden kanten, een klein schuin randje af. Dit om de naden goed af te kunnen werken. Zorg ervoor dat de dwarsnaden minimaal 25 cm verspringen.
Vul de schroefgaten en de naden tussen de platen met nadenvuller. Strijk de gipsplaten daarna voor met diepgrond voorstrijkmiddel, voordat je kunt gaan schilderen.
Maak van stroken gipsplaat (7-10 cm breed) plafondlijsten en schroef deze rondom op het plafond vast.
Geef je nieuwe plafond de sfeer en allure van een oud stijlplafond en breng gipsen kooflijsten en rozetten aan.