Gras onderhouden

Regelmatig grasmaaien bevordert de groei van het gras. Zo krijg je een gezond en fraai gazon. Een richtlijn om aan te houden is dat als het gras ongeveer 5 cm lang is, het gemaaid moet worden. Een mooie lengte voor je gazon is ongeveer 3 cm hoog.

Grasmaaien is een klus die je dus regelmatig moet uitvoeren. Wij adivseren je om in maart te beginnen met het maaien van je gazon. In het voorjaar is het meestal voldoende om elke 2 weken je gras te maaien. Voer de frequentie richting de zomermaanden op naar 1 keer per week. Na de zomer bouw je dit weer af. Tot wanneer je het gras moet maaien, hangt af van het weer. Bij een bodemtemperatuur onder de 8 graden Celcius stopt gras met groeien en is maaien dus tijdelijk niet nodig.

Het maaiafval dat ontstaat tijdens het grasmaaien kan als het kort is gewoon blijven liggen. Deze mulch-laag zorgt meteen voor extra voeding voor jouw gazon.

Soms kan je grasmat wel wat extra water gebruiken. Een volgroeid gazon is diepgeworteld en moet tegen droogte kunnen. Hierdoor hoeft sproeien niet elke dag. Sproei je wel elke dag? Dan worden de wortels lui en daardoor kwetsbaar. Bij droogte is het meestal voldoende om één keer per week te sproeien. Sproei dan voor langere tijd, en gebruik hiervoor een zwenk- of cirkelsproeier. Dit is effectiever dan elke keer een klein beetje. Gras sproeien kun je beter niet in de volle zon doen. Sproei daarom in vroege ochtend of aan het begin van de avond. Let wel op dat je gazon nog voldoende tijd heeft om het water op te nemen, voordat de nacht valt. Anders kan de overvloed aan water voor vervelende schimmels en ziekten zorgen.

Naast extra water, heeft jouw gazon ook af en toe wat extra voedingsstoffen nodig. Gras bemesten is daarom een goed idee. Voor een sterke grasmat is het verstandig om na de winter het gazon eerst te bekalken. Kalk bevordert de opname van voedingsstoffen bij het bemesten met bijvoorbeeld gedroogde koemest. Koemest activeert bovendien de structuur van de bodem.

Wij raden je aan om 3 keer per jaar je gazon te bemesten. Doe dit steeds met een tussenpoos van een paar maanden. Bemest bijvoorbeeld in april, juni en oktober. Zo heeft jouw grasmat constant de benodigde voedingsstoffen. Bij het bemesten in juni kun je gazonmest gebruiken in plaats van koemest. Het bekalken van je gazon doe je zo’n 4 weken voor de eerste keer bemesten.

Eén of twee keer per jaar moet je het gazon verticuteren. Dit is voor het beluchten van de bodem en het verwijderen van ‘gazonvilt’. Verticuteren doe je met een zogenaamde verticuteerhark. De messen van de verticuteerhark doorsnijden het gras, waardoor lucht en water makkelijker bij de wortels kunnen komen. Wil je het jezelf nog eenvoudiger maken? Gebruik dan een verticuteermachine.

Door vooral niet te diep verticuteren, krijg je het beste resultaat. Toch kan het veel impact hebben op je gazon. Doe dit daarom altijd in een periode waarin het gras goed groeit. De maanden maart en april zijn hier geschikte maanden voor. Plan deze klus op een dag dat de zon niet te hard schijnt.

Eerst maak je ruimte in het gazon. Dit doe je met het verticuteren. Vervolgens verdeel je het graszaad over het gazon heen. Reken op 1 kilogram graszaad per 50 vierkante meter. Verdeel daarna een flinterdun laagje grond over het gazon. Daarna maak je de grond licht vochtig, zodat je het graszaad helpt bij het ontkiemen.

Gras bijzaaien kan ook goed gecombineerd worden bemesten. Wanneer je gazon bemesten toch ook al op de planning stond, scheelt het tijd om deze twee klussen te combineren. Door het gras bijzaaien en bemesten tegelijk te doen, help je het graszaad bovendien met ontkiemen. Er bestaan zelfs graszaadmixen die ook mestkorrels bevatten. Dat maakt deze klussen helemaal eenvoudig.

Haal aan het einde van de herfst de gevallen bladeren van het gazon. Dit voorkomt schimmels en ziekten. Gebruik een gewone bladhark of een bladblazer. Zo gaat je gazon schoon en gezond de winter in. Klaar voor een nieuw jaar.