Bereid je auto voor op de winter! Met deze klusinstructie is het zo gepiept: olie verversen, bandenspanning en -profiel controleren, accu checken en ruitensproeier antivries gebruiken.
Het controleren van de V-snaar, de ontsteking en het vervangen van het luchtfilter, moet je aan de garage overlaten. Een aantal andere dingen kun je zelf.
Draai de accuklemmen van de plus- en minpool los. Schuur de polen en klemmen schoon met schuurpapier, zodat ze weer maximaal contact maken.
Op wintersport of bij pech onderweg zijn veiligheidsvestjes, gevarendriehoek en sneeuwkettingen vereist. Het is raadzaam om je sneeuwkettingen van tevoren al een keer op je autoband gepast te hebben.
Bijna alle accu's zijn onderhoudsvrij en hoeven niet meer bijgevuld te worden. Indien je een oud model hebt is dit wel nodig. Draai de vuldoppen van de accu los en controleer het vloeistofpeil. Vul de accu zondig bij met accuwater, tot aan het aangegeven niveau.
Leg ook warme werkhandschoenen en een zaklantaarn in de auto. Dit voor het eventueel vervangen van je lekke band of sneeuwkettingen.
Zet een teiltje onder het aftappunt van de motorolie. Zie hiervoor het instructieboekje van je auto. Draai de olie-aftapdop los met behulp van een dopsleutel. Vang de olie op in het teiltje en giet dit leeg in een reservetank. Draai de aftapdop weer vast en vul de motor met winterolie.
Motorolie is zeer schadelijk voor het milieu. Gooi het nooit zomaar weg. Lever afgewerkte olie in bij de chemocar of het kringloopstation in je gemeente.
Spuit de rubbers van de ruiten en de portieren in met siliconenspray. Daarmee voorkom je dat ze vast vriezen.
Een dichtgevroren slot krijg je snel open door er slotspray in te spuiten. Je moet deze spray natuurlijk niet in de auto bewaren!
Leg een fles of spuitbus ruitenontdooier en een ijskrabber in de kofferbak of het dashboardkastje.
Laat de motor van je auto niet stationair lopen terwijl je de ruiten ijsvrij aan het maken bent. Dat is slecht voor de motor en er komen schadelijke dampen vrij omdat bij een koude motor een minder volledige verbranding plaatsvindt.
Vul het reservoir voor de ruitensproeiervloeistof met speciale winter-sproeivloeistof. Vergeet de ruitenwisser voor de achterruit niet.
Controleer bij een tankstation of de banden goed op spanning zijn. De benodigde spanning staat in het instructieboekje van je auto en op de tabel bij de benzinepomp.
Controleer met behulp van een profielmeter of het profiel van je banden nog minimaal 4-5 mm diep is. Zoniet, neem dan geen risico en laat je auto voorzien van nieuwe banden. Vergeet de reserveband niet!
Je kunt je banden vervangen door speciale winterbanden. Het grove profiel daarvan zorgt voor een goede wegligging en maximale grip op natte en besneeuwde wegen.
Controleer de lampen van de auto en vervang eventuele doorgebrande lampjes. Voor iedere type auto is dat anders. Kijk hiervoor in het instructieboekje van de auto. Leg een set reservelampen in het dashboardkastje.
Maak in koude periodes regelmatig de lampen sneeuw- en ijsvrij. Zo zie je niet alleen zelf goed, je wordt ook beter gezien!
Indien je auto gekoeld wordt met koelwater, moet je anti-vries of koelvloeistof bij het koelwater gieten. Bij luchtgekoelde wagens is dit niet nodig.
Iedere garage kan op eenvoudig wijze het vriespunt van je koelvloeistof meten. Indien nodig kunnen ze meteen de koelvloeistof voor je verversen.